dinsdag 25 januari 2011

Een onheilspellend eind.

‘Wie bent u?’ riep hij. ‘Wat wilt u van mij?’
De onbekende kwam dichter en dichter, maar zei niets. Tom verstijfde van angst. ‘Wie bent u?’ vroeg hij nogmaals. De gedaante naderde en Tom kon nu door het maanlicht eindelijk zien wie de onbekende persoon was. Het was Bart. Tom kon z’n ogen niet geloven. ‘Bart?’ zei hij vragend. ‘Waarom heb je me hierheen geleid? En wat is hier de bedoeling van?’ vroeg Tom met een trillende stem. ‘Weet je Tom…’ zei Bart. ‘Door jou onenightstand wordt ik nu vader van een kind dat niet eens het mijne is.’ ‘Tom, mijn “allerbeste vriend” denk maar eens na waarom ik je hierheen heb geleidt.’ De angst stond af te lezen in Toms ogen. ‘Bart, het was een ongeluk, ik zweer het je.’ ‘het was nooit de bedoeling dat dat zou gebeuren.’ Zei Tom. ‘dat is geen excuus en dat weet je maar al te goed!’ riep Bart. Op datzelfde ogenblik trok Bart een revolver uit zijn vest en richtte die op Tom. ‘ik dacht dat je m’n vriend was.’ Zei Bart ‘maar al die tijd was je gewoon een wolf in schapenkleren.’
‘Bart, het spijt me echt.’ Zei Tom, maar Bart gaf er geen gehoor aan en richtte de revolver op Tom.
‘Bekijk alles om je heen nog maar eens goed Tom’ zei Bart ‘want het zal het laatste zijn dat je ziet in dit leven.’ Enkele seconden later vuurde Bart zijn schot af, dat recht door Tom’s hoofd ging. Hij viel naar achter in de kuil en Bart verliet met een grijns het kerkhof.
                      

Geen opmerkingen:

Een reactie posten